Projectmatig werken

De essentie van projectmatig creëren
Om goed te kunnen werken in een project, moet je gaan kijken naar de vier creatiekrachten. Hierbij heb je als eerste de voedingskracht. In deze kracht kan je zien waarom een omgeving bijvoorbeeld belang hecht aan een project. Dit wordt bijvoorbeeld gedaan door geld in het project te steken, maar ook energie en goede ideeën aan te brengen. Vervolgens heb je de persoonlijke kracht. Dit heeft te maken met de mensen zelf. Deze mensen zullen namelijk met ideeën moeten komen voor het project die zij ontwikkelen met hun verbeelding. De commitment geeft aan hoeveel een individu zich met het project en de ideeën betrokken voelt. Ook heb je de samenwerkingskracht. Deze kracht verwijst naar het vermogen om samen iets te creeëren. Door samen goed met elkaar te communiceren ontwikkelen er meer goede ideeën. De laatste creatiekracht is de vormkracht. Deze kracht heeft betrekking op alle middelen die nodig zijn of helpen bij het waarmaken van de ideeën. Hiermee wordt dan bijvoorbeeld de kennis van het vak, maar ook de beschikbare instrumenten bedoeld.

Ik heb gemerkt dat bij het werken in de projectgroepen er goed gekeken werd naar de persoonlijke krachten van iedereen. Wanneer iemand ergens sterk in was, werd deze als soort leiding neergezet op die plek om anderen daarin te kunnen sturen en te helpen er beter in te worden. Hierdoor was er ook meer commitment in de groep en was er altijd wel iemand die je kon helpen wanneer je iets deed wat jou minder lag.

Commitment en creëren
Om tot een goede keuze te komen, zijn er zes stappen die je moet volgen. De eerste is het luisteren en horen. Vaak zal je verstand en gevoel niet hetzelfde willen. Het creeëren wil hierbij zeggen dat deze twee manieren met elkaar verbonden worden en dan vanuit daar gehandeld zal worden. Dan heb je het richten en vinden. Hiermee wordt bedoeld dat je een duidelijk visueel beeld gaat vormen van de gewenste toekomst. Dan krijg je het kijken en zien. Bij het kijken en zien is het belangrijk dat je realistisch blijft en ook de waarheid onder ogen kan zien. Daarna heb je ook het toetsen en voelen. Wanneer je een keus hebt gemaakt voor je project, is het handig om deze keus eerst te toetsen op bijdrage, inbedding, creativiteit, onvoorwaardelijkheid en actieverantwoordelijkheid. Als dat gedaan is kom je bij het punt kiezen en weten. Hierbij erken je dat het aan jezelf ligt of het resultaat wel of niet behaald wordt. Na de keuze krijg je het volgen en zijn. Het is belangrijk om na de keuze het vervolg van het project goed in de gaten te houden.

Het projectcontract
Je hebt een projectbrief, maar ook een projectcontract. Hier zitten wel wat verschillen in. Een projectbrief is opgesteld door de opdrachtgever, terwijl het projectcontract juist een product van onderhandeling tussen de projectleider, zijn team en de opdrachtgever is geweest. Dit is niet het enige verschil, zo staat er bijvoorbeeld in een projectbrief het doel, de achtergronden, het globale resultaat en de randvoorwaarden, terwijl in het projectcontract meer gefocust wordt op de volledige projectdefinitie inclusief het precieze resultaat. Ook staat hier het activiteiten- en beheersplan in. De afsluiting van de projectbrief is de initiatieffase, maar bij het projectcontract is dit de defenitiefase. Het is de bedoeling om met het team de projectbrief uit te werken tot een projectcontract.

De projectdefinitie
Wanneer de projectdefinite wordt opgesteld zijn de twee belangrijkste punten dat er een goede en duidelijke omschrijving is van het resultaat, en dat de commitment van de opdrachtgever erbij is. Daarnaast moet de projectefinitie ook nog een aantal andere dingen bevatten zoals heldere omschrijvingen van de uitdaging van het project, de doelstelling, de aanleiding, het resultaat dat behaald wil worden, de afbakening van het resultaat, de gebruikers van het resultaat, de effecten, de randvoorwaarden en de relatie met andere projecten. Uiteindelijk komen al deze punten uit op het resultaat.

De projectbrief en collectieve intake
De kern van het projectcontract is de projectdefinitie. Wanneer dit helder is, krijg je meer energie uit de betrokkenen maar ook meer commitment. De projectdefinitie kan snel opgesteld worden wanneer de opdrachtgever weet wat hij of zij doen wil. Mocht dit niet het geval zijn, dan zijn er een aantal methodes welke hiervoor gebruikt kunnen worden. Als eerste de SWOT-analyse. SWOT staat voor Strengths, Weaknesses, Oppertunities en Treats. Er wordt hierbij gekeken naar de sterke en zwakke punten van het project, maar ook naar de risico's en kansen. Je kan ook een PAP-analyse maken. PAP betekent Probleem Achter het Probleem. Hierbij wordt naar de achterliggende problemen gekeken om zo het juiste probleem te kunnen vinden. Ook heb je de Creatieve resultaatdefinitie. Dit kan je gebruiken wanneer er verschillende projectresultaten benoemd kunnen worden. Er worden dan nieuwe ideeën voor mogelijke projectoplossingen gemaakt. Bij een complexer probleem wordt door Innovation frame de goede reikwijdte bepaald van het project. Wanneer het projectresultaat helder is maar er geen energie in het team ontstaat kan je de toets van commitment gebruiken.

Projectplanning
Er zijn zeven stappen nodig om tot een goede projectplanning te komen. Als eerste moet je de afhankelijkheden tussen de activiteiten bepalen. Dan kan je daarna de activiteiten verdelen onder de teamleden of eventuele anderen. Vervolgens ga je de bewerkings- en doorlooptijden schatten van deze activiteiten en bereken je de totale doorlooptijd van het gehele project. Daarna kan je de begin- en einddata van de taken die uitgevoerd moeten worden afstemmen met de agenda's van de teamleden. En als laatste stap moet je kijken of de voorgaande stappen overeenkomen met de planning en randvoorwaarden die de opdrachtgever stelt. Wanneer er veschillen zijn tussen het aanbod van het team en de eisen van de opdrachtgever, zal er worden onderhandeld.

Persoonlijk leiderschap
In zijn functioneren zal ieder mens vier soorten energie of kleuren laten zien. Bij de kleur rood denk je vooral extravert en zal je op een goede dag overkomen als gedreven, positief, besluitvaardig en doelbewust. Op een slechtere dag daarentegen kan je overkomen als drammerig, controlerend, dominant of agressief. Wanneer je de kleur geel hebt, zal je vooral extravert voelen. Op een goede dag ben je hierbij enthousiast, energiek, vrolijk en creatief. Op een mindere dag zal dat kunnen overkomen als chaotisch, lawaaierig, overhaast en indiscreet. Ben je de kleur groen, dan voel je je voornamelijk introvert. Dit betekent dat je geduldig bent, ontspannen, vriendelijk en bemoedigend. Maar het kan soms ook overkomen alsof je wat traag, afhankelijk, vlak en koppig bent. Dan de laatste kleur blauw staat voor het introvert denken. Hierbij ben je voorzichtig, analytisch, gedetailleerd en weloverwogen bezig. Soms zal dit over kunnen komen als star, afstandelijk, besluiteloos of argwanig.

Van deze vier kleuren heeft Jung een persoonlijkheidstest gemaakt waar acht verschillende persoonlijkheden uitkomen. Ik heb deze test gedaan en kwam erachter dat ik de persoonlijkheid ISTP heb. Dit houdt in dat ik meer aan de introverte kant zit dan aan de extraverte kant. Maar ook dat ik mij meer richt op informatie die rechtstreeks bij mijn zintuigen binnenkomen. Daarnaast staat de T voor thinking, wat inhoudt dat ik beslissingen neem op base van logica in plaats van op gevoel. Daarnaast ben ik heel flexibel en kan ik ook spontaan zijn in het leven.

Weerstand, conflicten en tegenslagen
In elk project heb je wel te maken met weerstand, conflicten en/of tegenslagen. Dit is een menselijk iets, maar wel belangrijk om daar goed mee om te kunnen gaan. Wanneer iemand dat wil kunnen moet diegene voldoen aan een aantal kenmerken. Zo zal hij zich bewust moeten zijn van zijn eigen valkuilen en sterktes, kent hij het verschil tussen medelijden en medeleven, herkent hij conflicten, weerstanden en tegenslagen wanneer deze zich voordoen, snapt hij dat dit menselijke dingen zijn en een signaal geven van verandering, zorgt hij voor veiligheid en vertrouwen, kan hij schakelen tussen de vier communicatieniveaus (inhoud, procedure, integratie en gevoel) en ondersteunt hij een gespreksparter in het direct onder woorden brengen van zijn probleem.

Er zijn veel oorzaken die voor weerstand kunnen zorgen tijdens het project. Soms hebben mensen angst voor het verlies van de controle, maar kunnen ze ook bang zijn om zelf beschadigd te worden. Dit kan gebeuren wanneer mensen onzeker zijn of het gevoel hebben niet genoeg macht te hebben. Ook kan de behoefte aan bevestiging een oorzaak zijn voor weerstand tijdens het project.

Wanneer er een conflict gaande is, is het belangrijk om eerst te kijken in welke fase het conflict zich bevindt. Wanneer je in een verkeerde fase zit zonder dat je dit zelf misschien doorhebt, kunnen dingen die je zegt verkeerd bij de ander vallen waardoor het conflict niet minder maar juist meer wordt.

Dan heb je nog de tegenslagen. Wanneer er een tegenslag is, heb je tijd nodig om dat te verwerken. Dit verwerken heeft verschillende fases. Eerst zal je geschokt zijn en misschien zelfs ontkennen dat er een tegenslag is geweest. Daarna word je er boos om en ga je jezelf of anderen er de schuld van geven. Dan kan je gaan onderhandelen en kan je in een depressie eindigen. Het is belangrijk om te proberen daar niet in te blijven hangen maar door te gaan met nieuwe mogelijkheden zoeken en jezelf te testen. Dan kom je bij het punt integratie en doorgaan en ben je de tegenslag voorbij.